De beginpositie van de boot is zonder eventuele drukstangen en met een kale dolpen (dus dol en vulringen er niet op).
De volgorde van afstellen van een nieuw af te stellen boot is:
- Meet de lengte van de riemen en alle hoeken van de riemen, bepaal aan de hand daarvan het te gebruiken span en dolhoeken.
- Stel de hoogte.
- Stel het span. Meet zo laag mogelijk omdat dan een eventueel afstandverschil door een hoek in je dolpen die niet mee wordt genomen in de meting.
- Stel de afstand door het werk.
- Stel de buitenwaartse hoek van de dolpen in (0° of minder dan 1° naar buiten). Zorg dat je voor alle hoeken zoveel mogelijk dezelfde hoek aanhoud.
- Stel de voorwaartse hoek van de dolpen in (0° of minder dan 1° voorover). Zorg dat je voor alle hoeken zoveel mogelijk dezelfde hoek aanhoud.
- Stel de voorwaartse hoek van het aanlegvlak ten opzichte van de dolpen in. Tezamen met de voorwaartse hoek is dit de dolhoek. (Dit kan slechts met plaatjes, Concept II en Conische dollen, anders is het 4°)
- Stel de binnenhendel van de riemen af op de eerder bepaalde waarde.
- Stel de hoek van de voetenborden af (ca. 45°)
- Stel de hoogte van de voetenborden af (voorlopig de middenwaarde)
- Bepaal individueel per roeier de plaats van het voetenbord