Het voetenbord bepaalt samen met de hoogte van het werk of de roeier gemakkelijk in de boot zit tijdens het roeien. Bij het boordroeien stelt men de voetenbord zo af dat in de uitzetpositie het uiteinde van de binnen hendel tot de buitenkant van de borstkas reikt. Dit geldt ook voor scullen. Hierbij bevindt de rug zich 30° door de verticaal.
De hoek van het voetenbord zelf ten opzichte van de grundels is tussen de 40 en 45°. Het diepste punt van de hielkappen ligt op 17 tot 19 cm onder het diepste punt van het bankje, als deze tegen de voorstop staat.