Span boordroeien | De afstand van het midden van de boot tot het hart van de dolpen. |
Span scullen | De afstand tussen het hart van de dollen. |
Binnenhendel | Afstand tussen de drukkant van de kraag en het uiteinde van de hendel. |
Overlap | De afstand die de binnenhendel bij boordroeien over het midden van de boot steekt. Overlap = binnenhendel – dolafstand + 2 cm. |
Overlap scullen | De afstand die de binnenhendels overlappen indien ze haaks op de kielbalk horizontaal in de dollen liggen. In formule: 2 x binnenhendels + 2 x halve dolbreedte – span. |
Bladhoek | Hoek van het blad ten opzichte van de verticaal voorover. |
Buitenwaartse hoek | Hoek van de dolpen ten opzichte van de verticaal haaks op de vaarrichting. |
Door het werk | Het aantal centimeters die de slidings voor de drukkant van de dol richting achterpunt uitsteken. |
Dolhoogte | Hoogte van het ligvlak van de dol, gemeten dichtbij het drukvlak, boven het diepste punt van het bankje als dit de voorstops raakt. |